“Scherven”: een verhaal over rouwen
“Scherven”: een verhaal over rouw
Er was eens een man die pottenbakker was. Hij had een werkplek aan huis, compleet met oven en een klein winkeltje. Hij maakt met veel liefde prachtige potten en vazen. Die hij met plezier verkocht -of soms zelf weggaf- aan de mensen uit zijn dorp. Op een dag kwamen er drie zussen bij hem in de werkplaats, die alle drie een mooie vaas uitzochten om mee naar huis te nemen. Helemaal verguld met hun nieuwe aanwinst, waren ze, en de pottenbakker was blij dat er zo van zijn werk gehouden werd.
De volgende dag kwam er echter een jochie bij hem aan de deur. Het was een buurjongen van de drie zussen. “Er is iets verschrikkelijks gebeurd! Alledrie de vazen zijn kapot gevallen! En de zussen hebben zoveel verdriet!” De pottenbakker pakte meteen zijn spullen en ging mee om te kijken.
In het huisje van de zussen, zag hij de oudste bij de voordeur zitten. Een stapel scherven aan haar voeten. “Hij glipte zo uit mijn handen”, snikte ze, “Ik weet niet wat ik moet doen.” In de woonkamer zat de middelste zus, temidden van de scherven van haar vaas. “De kat schrok en schoot zo voor mijn voeten langs, en toen heb ik hem laten vallen, helemaal stuk!” De jongste zus zat in de keuken, wanhopig te kijken met de scherven in haar schort: “Ik wilde hem op de kast zetten, maar ik kon er net niet bij, hij kukelde er zo vanaf!”
Tsja, hier kon de pottenbakker ook niets aan veranderen. Hij sprak nog een paar bemoedigende woorden en beloofde over een paar dagen nog eens te komen kijken.
Na een paar dagen keerde de pottenbakker terug. Toen hij naar binnen wilden gaan, stond hij met zijn voet in de scherven van de vaas van de oudste. “Ik heb ze hier laten liggen. Zo kan ik er af en toe naar kijken. Ik stoot me er soms ook aan, maar eigenlijk vind ik dat ook ergens wel fijn. Ik wil niet vergeten hoe mooi ik de vaas vond, en de scherven herinneren me daaraan.”
In de woonkamer vond de pottenbakker de middelste zus. Zij had zo goed en zo kwaad als het ging, alle scherven weer op zijn plek geplakt. Je zag barstjes en kiertjes, maar de vaas was weer een vaas. “Het was even zoeken, passen en meten, maar volgens mij is het goed gelukt. Niet zo goed als nieuw, maar er kunnen in elk geval weer bloemen in!”
In de keuken was de jongste zus ook druk in de weer met lijm en kwasten. “Weet je, ik was een paar dagen heel verdrietig, maar toen dacht ik dat ik ook iets moois kon maken van de scherven. En ik wilde altijd al een olielampje voor naast mijn bed. Dus, kijk, ik heb een lampje gemaakt!”
De pottenbakker glimlachte. “Wat een veerkracht!” Dacht hij, en dronk met de zussen een kopje thee in de tuin. Een bergje scherven. Een vaas met breuklijntjes. Een olielampje. Drie keer een oplossing voor de gebroken vaas. Welke manier past bij jou?
-Vrij naar de rouwanalogie van de vaas van Johan Maes-