Tag Archief van: vier niveaus

"Dat vind ik eng!"

“Dat vind ik eng!”

Ik mag bij een mevrouw aanschuiven voor een gesprek over haar levenseinde & haar wensen voor de uitvaart en viering, later. Haar volwassen zoon en dochter zijn in de kamer, en luisteren -en griezelen- mee. Nare onderwerpen. Over kisten, dode lichamen, laatste verzorging: “Dat vind ik eng!”  We proberen te spreken over de wensen van deze mevrouw, en ik neem de griezels van de kinderen serieus. Ik vraag hen waar ze bang voor zijn, wat ze eng vinden,wat ze wel willen. Hebben zij ooit eerder een lichaam gezien van iemand die overleden is? Hoe zien zij de week tussen overlijden en uitvaart voor zich? Maar er is veel weerstand. Ze willen niet bezig zijn met ziek, of met dood. Dat is ZO eng. Het idee dat haar lichaam slechter gaat worden? Dat ze naar de dood moeten kijken? Dat hun moeder dood gaat? Brrrrr.

"Dat vind ik eng!"

Opa

Vorige week deed mijn vader ons weer eens schrikken. Hij heeft een slecht hart, dat regelmatig sputtert. En hij werd een paar dagen opgenomen na een infarct. Na een paar dagen ging ik met mijn kinderen bij hem op bezoek. Ze waren nerveus, in de hal van het ziekenhuis. Het is er groot, het ruikt er raar, Er zijn veel mensen. Ik vraag wat er is & er wordt gezegd: “Dit vind ik eng.”

Opa is aangekleed en ligt op zijn bed een boekje te lezen. Hij heeft koffie. Hij is blij verrast dat we er zijn, knuffelt de kinderen & al snel hangen zij bij hem op bed en vliegen de grapjes over en weer. “Het was helemaal niet eng!” zegt mijn zoon na afloop van het bezoekuur. “Hij was gewoon opa.” Mijn dochter voegt eraan toe: “Het klinkt gewoon eng, ‘hartinfarct’ en je weet niet hoe erg het is. In je hoofd maak je het dan groter misschien.”

“Dat vind ik eng!”

Ik wordt gebeld dat de mevrouw is overleden. Ik kom bij de familie en ik merk dat de zoon en dochter rustiger zijn dan de eerste keer dat ik ze ontmoette. De dochter vertelt dat het eigenlijk best goed gaat. Dat ze afscheid hebben kunnen nemen, dat alles gezegd is. Ik vraag haar hoe ze nu aankijkt tegen de ziekte en het verval. Ze zegt: “Het is niet fijn om te zien dat iemand slechter wordt. Maar het was nog steeds mijn moeder.”

De kinderen nemen me mee naar boven, waar moeder ligt. Ze zijn in de kamer, praten over en met hun moeder. En ze raken haar voorzichtig aan. De energie verandert. De eng verdwijnt een beetje. Het is nog steeds hun moeder. Ik nodig ze uit om me te helpen. Ze zoeken kleren uit. Zoon brengt een kam voor haar haren. Als het moment komt om haar in de kist te leggen, blijken ze allebei te willen helpen. Samen leggen we haar voorzichtig op haar plek. “Helemaal niet eng”, zucht de dochter. “Het is nog steeds onze moeder”, zegt de zoon.

In de week die volgt, hoor ik dat ze af en toe bij haar zitten. Dat ze met haar praten. Dat ze zien hoe de dood moeder’s lichaam verandert. Maar wat ik niet meer hoor is: “Dat vind ik eng!”

Als ik hen een paar weken na de uitvaart spreek, blijkt dat dit ze het meest is bijgebleven. Dat ze zich verwonderd hebben over hoe eng ze dachten dat het zou zijn, maar dat ze het in hun hoofd groter hadden gemaakt dan dat het is. En dat ze dankbaar zijn, dat ze dichtbij konden zijn tot het eind.

Hoofd en hart

Je hoofd kan iets een heel andere draai geven. Of je angst geeft je een naar gevoel. Blijf vragen, blijf kijken, blijf voelen. Je groeit, en leert, telkens weer opnieuw. En misschien is, wat jou zo eng leek, niet zo groot als dat je dacht.

Science café: Dood, de Kunst van het Sterven

Een drukbezocht Science Café gisterenavond in Tivolivredenburg. Hoe kan dat ook anders met een onderwerk als ‘Dood, de kunst van het sterven”? De drie experts vertegenwoordigden een mooie ‘voor, tijdens, en na’ het sterven.

Voor

Als eerste wordt Saskia Teunissen geïntroduceerd: als Hoogleraar Palliatieve Zorg en Hospice Zorg heeft zij van als ons levenden een van de ruimste ervaringen met sterven en stervenden. Zij vertelt over het onderzoek dat gedaan wordt naar stervenden en hoe zij zich voelen. Mooi om te horen hoe palliatieve zorg zich richt op niet alleen de stervende, maar ook op de naasten. Ook hoor je in haar relaas de aandacht voor (daar zijn ze weer!) de vier niveaus van de mens. De fysieke aspecten van het stervensproces krijgen ruim aandacht, maar daarbij wordt ook de emotionele kant, de cognitieve insteek of het zingevingsaspect niet uit het oog verloren. Juist rondom sterven heel belangrijk!

Sketch Notes door @Skriptdesign

Dood, de kunst van het sterven

Tijdens

De tweede expert is Jean-Pierre Wils, is hoogleraar Praktische filosofie en bracht zijn visie op (veranderende) rouwrituelen ter tafel. Hij neemt waar dat we als rouwenden in onze drang naar individualisering en ons gebrek aan gedeelde wereldbeschouwelijke visie, niet meer de troost of houvast ervaren die uitging van een gezamenlijk gedragen (religieus) ritueel. In onze zoektocht naar een ‘uniek uitvaartevenement’, komt de aandacht steeds meer te liggen op biografie, op de overledene, in plaats van op het onvermijdelijke overgangsmoment van sterven, van het loslaten dat voor iedereen hetzelfde is. Fijn om te weten dat er steeds meer ritueelbegeleiders zijn, die juist in deze tijd van individualisering wél oog hebben voor wat elke nabestaande nodig heeft, hoe troost van een gezamenlijk ritueel kan doorwerken in het leven zonder, en hoe veel van mijn collega’s werken, niet vanuit een commercieel motief, maar vanuit de overtuiging dat de mens een intrinsieke behoefte heeft aan gedeelde ritualiteit.

Na

De ‘na’-mevrouw is Mariken Spuij. Haar boek ‘Rouw bij Kinderen en Jongeren’ is een absolute aanrader voor elke professional die met kinderen en verlieservaring werkt. Zij weet handig en snel een aantal rouwmythes te ontkrachten: alle rouw is normaal, er zijn verliesgerichte handelingen en herstelgerichte handelingen en verdriet en pijn hóren erbij. Haar ervaringen met gezinnen en kinderen in rouw geven snel inzicht wat zich allemaal kan voordoen en benadrukken dat elke rouw toch weer anders is, elke situatie verschillend.

Dood, de kunst van het sterven

Uit de vragenstellers spreekt weer de behoefte aan duidelijkheid: wat kunnen we doen om rouw te slim af te zijn, wat zijn ‘best practices’, hoe bereiden we ons het beste voor? Het antwoord: de natuur doet dat voor ons. Die zorgt voor het stervensproces. En de achterblijvers kunnen het beste maar goed opletten, luisteren, bespreken wat zij nodig hebben om een stap te zetten. Voor iedereen anders, voor elk mens opnieuw.

De dood laat zich niet ontrafelen, maar ze hoort er altijd doodgewoon bij. Net als poep. Want daarover gaat het volgende Science Café. Voor het blog van Studium generale over deze avond: klik hier. 

De prachtige Sketch Notes van gisterenavond zijn van de hand van @Skriptdesign 

 

 

 

Drijfveren: waarom ik mijn werk zo leuk vind

Vorig jaar kwam Dorine van Bree van de Werkcoach mij interviewen over mijn drijfveren. Wat ik zo waardeer aan mijn vak, waarom ik dit gekozen heb, en welk advies ik heb voor mensen die op het punt staan te switchen. Mooi om zo uitgenodigd te worden om na te denken over je drijfveren en je proces.

Ik wil twee stukjes uit het interview met je delen:

Wat is er zo leuk aan mijn werk:

Wat is het verschil tussen mijn werk vroeger en mijn werk nu:

 

De vier niveaus komen vaker terug in mijn werk en als ik uitleg aan mensen wat ik precies doe. Het fysieke, cognitieve, emotionele en spirituele niveau heeft elk mens in zich, maar vaak heeft een van de niveaus de voorkeur. Identificeren welk niveau de voorkeur heeft, kan mij helpen om goed aan te sluiten bij de behoeften van ‘mijn’ familie. Goed luisteren en opletten, dus! Maar als je bedenkt dat de gasten op alle vier niveaus acteren, moet je als professional dus ook zorgen dat je op alle vier niveaus in de viering iets te bieden hebt. Vakwerk, dat ritueel begeleiden! 😉

Als je meer wilt weten over mijn werk, of vragen hebt, altijd bereid!

Als je het hele filmpje wilt zien, of als je nieuwsgierig bent naar de andere ‘bijzondere beroepen’ die Dorine heeft verzameld, kijk dan even op haar site. Na aanmelding krijg je een paar dagen lang elke dag de link naar een filmpje!

 

 

De watermethode

Gisteren leerde ik over de watermethode, een opbaartechniek voor foetussen en vroeg overleden kindjes. Ik was samen met een dertigtal anderen te gast bij Barbara Uitvaartverzorging Utrecht waar FUNIQ alweer de vijfde informatieavond verzorgde over deze techniek.

Watermethode

 

Niet alleen hebben we handvaten aangereikt gekregen over hoe we de watermethode kunnen uitvoeren en waar we op moeten letten als uitvaart- en zorgprofessionals, maar de methode wordt ingebed in zorgzame aandacht op álle niveaus. Op welke manier geven we ouders die een intense periode beleven, de best mogelijke start om te rouwen.

De techniek is ontwikkeld en beschreven door Ilona Tiemens- van Putten, en inmddels uitgeprobeerd en fijn bevonden door o.a. de mensen van het Gelre ziekenhuis. Door het kindje in water te leggen, blijft de vorm en kleur langer mooi, en dat stelt ouders in staat om meer tijd te nemen hun kleintje te leren kennen. Het kindje kan nog aangeraakt worden, en vastgehouden, om daarna weer in zijn of haar bakje te rusten. 

Ik ben er na gisterenavond van overtuigd dat de watermethode een mooie bijdrage kan zijn aan dit proces. Bedankt Esther FaberIlona Tiemens-van Putten en Janet Molewijk!

Meer informatie? Ask me, of kijk op: http://www.watermethode.nl/

#ritueelbegeleiden #vierniveaus #zorgvoordemens